Beste clubleden,

Het was zondag een prima opkomst om op allerlei plaatsen in de plas een water monster te nemen. De onderliggende vraag waarom we eens wilden kijken naar de waterkwaliteit was de vraag of het overmatig voeren van de vissen leidt tot 'overbemesting' van de plas. Overbemesting leidt tot hogere aantallen drijvende ééncellige kleine wieren in het water. En het zicht in de plas is al geruime tijd slecht. Dan is het voor de hand liggend om te veronderstellen dat er een verband is.

Er is op 22 plaatsen een watermonster genomen. Van deze monsters varieerde de zuurgraad tussen 6 en 6,5 en dat zijn waarden die neutraler zijn dan ons leidingwater, dat vaak net iets zuurder is. Dus dat was goed.

Nitraat en nitriet komen via overbemesting van landbouwgrond in het grondwater terecht en zo kan het ook in het oppervlakte water komen. De gemeten waardes waren erg laag. Dat was ook te verwachten, want karpers gaan al dood als de concentratie nitriet hoger is dan 0,05 mg/liter. En omdat Harm en ik vorige week nog een karper zagen zwemmen is het niet verbazend dat er lage waardes gemeten werden.

Ook hebben we door de mikroskopen naar de modder gekeken. De belangrijkste vraag was of het zwevende vuil in het water bestond uit platenresten, of dat het slik was. Slik is hele fijne klei, en iedereen die wel eens in de grote plas gedoken heeft in de weken nadat de zandzuiger aktief was, weet precies hoe slik er uit ziet.

De modder die we bekeken hebben bleek helemaal uit plantenresten te bestaan. Daartussen in allerlei kleine beestjes zoals pantoffeldiertjes. Pantoffeldiertjes leven van bacterien, en bacterien leven van het verteren van heel keline deeltjes dierlijk en plantaardig afval. Maar wat wij vooral door de mikroskoop zagen was relatief grof afval, voornalijk resten van de kranswieren die elke zomer in een dikke laag op de bodem groeien. Wat er te weinig zit in de plas zijn de dieren die het grove plantaardig afval zo klein maken dat de bacterien er direcyt mee aan de gang kunnen. Deze diertjes zijn vooral de platwormen en de slakken. En die zien we zelden of nooit in de plas. Waarom? Misschien omdat er teveel zonnebaars zit. Zonnebaarsjes eten heel selectief de jonge larven op en zo blijft er een tekort aan slakjes in de plas. Ook de mosseltjes in de plas verwerken een deel van het zweefvuil in de plas. Maar dat zullen er nog veel  meer moeten zijn om een merkbaar effect te sorteren.

Sterke temperatuurwisselingen van het water, regenbuien of stromend grondwater. Allemaal oorzaken waardoor het zweefvuil in beweging komt. Hoe snel dat kan gaan blijkt wel dat afgelopen woensdag avond het zicht nog heel slecht was, en vandaag was het weer prima.

Kortom, we hebben niet kunnen vaststellen dat er een link is tussen visvoer en het zicht in de plas.

alle deelnemers bedankt voor de inzet en het monsteren, het was een leuk evenement

groeten,

Nico